Geloof in God, maar zet wel je fiets op slot.*

Geloof in God, maar zet wel je fiets op slot.*

-> Dat had ik vergeten. Prompt gestolen.

-> Ook een buitentafeltje voor mijn huis opeens verdwenen.

-> Ik leende iemand die ik vertrouwde een fiks bedrag uit, waar je een leuk autootje voor kopen kan. Nooit iets teruggezien.

-> Brief op de mat van de politie: ‘Er is laatst in uw buurt ingebroken… ‘ en vervolgens anti-inbraak tips en buurtpreventie suggesties.

-> De supermarkt heeft een grote bak bij de ingang staan waar scholieren hun tassen in dienen te zetten alvorens een lunch te scoren. Niet te vertrouwen die pubers.

-> Wanneer ik op de bühne die anekdote vertel van die man van de modezaak die een vrouwelijke klant een jasje mee gaf om man-lief te laten passen.. en daarvoor ook zijn fiets uitleende.. hoor ik steevast in de zaal… “Dat hoef je bij ons niet te doen. Ben je het jasje én de fiets kwijt”. (Boek: De klant is GEEN koning, pag 127)

-> Toen Jan Terlouw bij DWDD het had over het touwtje uit de brievenbus, begreep iedereen dat dat vertrouwen in elkaar iets van vroeger was.

Ik weiger
En toch: ik weiger. Dat kost me moeite, maar ik weiger mijn buurtgenoot te wantrouwen. En ook mijn onbekende medeburger. Dat besluit heb ik onlangs genomen. Puur omdat ik niet zo worden wil. Wantrouwend. Want gek genoeg (blijkt uit onderzoek), wanneer wantrouwen geleidelijk je DNA insijpelt, ga je ongemerkt ook naar jezelf toerekenen ten koste van een ander. “Had ‘ie maar op moeten letten” bleek voor mij op een gegeven moment een acceptabel excuus. Maar daar kom ik nu van terug. Ik wil weer geloven in: “Wat niet van mij is wil ik gewoon niet hebben”. Gewetenskwestie.

Verlies
Ik wil dat de winkelier op mijn eerlijkheid kan rekenen. Puber of vijftiger. Dat maakt ons gezamenlijke leven mooier. En als die inbreker perse mijn tv, fiets of kameel wil… neem hem dan maar mee. Dan neem ik mijn verlies. Ben ik dan die braverik die niets begeert? Welnee. Ik wil van alles hebben, hebben, hebben…

Vakantie 1974. Touwtje-uit-de-brievenbus-tijd. Het supermarktje op een hoek te Vrouwenpolder. Ik deed voor moeder wat boodschappen, en had die begeerlijke zak chips alvast onderin mijn boodschappentas gedaan, na lang twijfelen en moed verzamelen. Buitengekomen, kwam de caissière achter me aan. “Of je geeft die zak nú terug, óf ik haal de baas erbij.” Ik had zo weg kunnen fietsen want mijn been was al over de stang, maar ik durfde het niet. En gaf gauw de chips terug. Nóóit meer een winkeldiefstal gedaan. Hoe heilzaam zo’n heterdaadje! (En drie weken niet meer in die winkel geweest. Moeder snapte niet waarom.).

Slag in de rondte
Helaas moeten winkeliers zich een slag in de rondte investeren (ook in hun performance) om diefstal te voorkomen of heterdaadjes te bewerkstelligen. En dan is nog maar de vraag of een heterdaadje bij de dief 2018 uitwerkt, wat het bij die van 1974 deed.

Laten we betrouwbaar zijn lezers. Voor de winkeliers… maar vooral voor ons zelf.
Vrede op aarde gewenst, ook in 2019, maar vooral in jezelf.

*Identiek aan: Vertrouw op Allah, maar zet wel je kameel vast.

About The Author

mm
Andre

CONTACT


andretroost@klantengek.nl